Kwaliteit
Agorascholen hebben hoge ambities. Zij willen allemaal het beste onderwijs voor de kinderen. De scholen van Agora vinden dat kinderen daar ook recht op hebben. Er is niets dat rechtvaardigt dat scholen hier niet voor zorgen.
Om die reden werken de scholen opbrengstgericht. Dat betekent dat de scholen bij alles wat ze doen iets willen bereiken, een doel voor ogen hebben. De scholen kijken daarbij dus niet alleen naar wat ze doen, maar ook naar wat ze hebben behaald.
Dit betreft natuurlijk in eerste instantie de schoolvakken, zoals rekenen en taal, maar het geldt ook voor de creatieve en sportieve ontwikkeling van de kinderen. Een moeilijker te meten doel is om kinderen te leren goed met elkaar om te gaan en aan een goed zelfbeeld te werken; de sociaal emotionele ontwikkeling van de kinderen. Ook burgerschap hoort daarbij.
Agora heeft hoge verwachtingen van de kinderen en ook van de medewerkers. De scholen hebben een curriculum, een onderwijsprogramma, dat tegemoetkomt aan de kerndoelen van de overheid. De behaalde resultaten worden gemeten en bijgehouden.
Het gaat hierbij om toetsresultaten, maar ook om tevredenheidsonderzoeken onder ouders en leerlingen. Deze data worden gebruikt bij het verbeteren van het onderwijs voor alle kinderen.
De scholen van Agora evalueren het leren van de kinderen en het onderwijzen van het personeel bij voortduring. Dit alles ten behoeve van een hoge kwaliteit van onderwijs.
De kwaliteitszorg van Agora richt zich op deze drie terreinen. Kernspelers hierbij zijn de leraren en de leerlingen. Om deze te ondersteunen in het primaire proces richt Agora zowel op schoolniveau als op bovenschools niveau een aantal processen in. Deze processen moeten ertoe leiden dat het onderwijs en resultaten ten minste liggen op het niveau van het leerpotentieel van de leerlingen, dat onderpresteren wordt voorkomen en dat talenten van kinderen worden benut.